Aan het einde van de dag besluit ik om nog even bij een Turkse ondernemer langs te gaan. Hij is al jaren klant , ooit in het Kraaiennest een slecht verlicht winkelcentrum wat vooral een schuilplaats was voor drugshandel, gebruikers en dealers. In dit centrum verkocht hij keukengerei, keukenzeil en gereedschap allerhande troep. Allemaal spul uit de onderste prijsklasse.
Hij deed erg zijn best en kreeg de kans een winkel in Amsterdam-Zuidoost te openen. Iets waar hij enorm trots op was en waar hij veel meer winkelend publiek binnenkreeg.
Een blije man een handelaar en iemand die altijd op zoek is, -tevreden en iemand die iedere kans aanpakt. Uitwringt misschien. Ik vind het mooi, hij is anders dan de anderen. Op Amsterdam Zuidoost kwam ik ook zijn zoons tegen. Het was destijds ramadan en ze stonden wat wazig tegen de toonbank te leunen. De tijd uit te dienen, sportschool jongens. En een van hun zou de tent van pa overnemen.
Hij kocht regelmatig muizenvallen, omdat muizen een onuitroeibare plaag bleken te zijn in deze buurt. Ook kocht hij geharde SDS boren, waarmee zijn klanten de keiharde betonnen muren in konden komen. Een man die oog heeft voor de handel naar zijn klanten luistert en zijn assortiment daar op aanpast.
Vaak als ik zijn winkel binnenliep, riep hij me naar achter. Kijk, trots wijzend op een paar pallets sanitair, een partij die voor weinig op de kop getikt was. Hoeveel heb ik er voor betaald? Ik noemde dan een bedrag, en standaard begon hij dan te lachen. Nee veel minder 500 voor alles.
En nu is hij verhuisd naar een juppen- buurt in Amsterdam. Hij heeft hard gewerkt en ik zie dat hij iedere keer weer iets aan zijn winkel toevoegt waardoor hij echt bestaansrecht heeft. In mijn ogen een echte ondernemer die gewoon door gaat, niet bang voor verandering of vernieuwing.
Ik parkeer m’n auto, 3,5 euro voor een uurtje. Ik stap uit en zie als ik wat dichter bij de winkel kom dat er 20 tot 80% korting op de ruit staat. Totale uitverkoop. Ik kijk naar binnen en zie stapels post. En denk oei dit is niet goed. Het trekt even aan me voorbij. Vader-zoon en deze situatie. Ik weet ongeveer hoe deze familie in elkaar zit. Vader altijd uiterst vriendelijk, maar ook duidelijk en scherp naar zijn zoon. Wat is er gebeurd? Heeft hij het toch niet gered. Is zijn prijs misschien te laag voor deze omgeving? Ik zal het nooit weten.
Maar ik heb voor een uur betaald en het is al over 4, dus ik kan toch nergens meer terecht. Ik besluit een rondje te gaan lopen, omdat ik wil weten hoe deze buurt in elkaar steekt.
Ik zie een Hema en een Ah, beide winkels verkopen mijn lievelingsspekjes. Maar ja, niet zo goed voor me. Koop ik ze wel doe ik het niet. Terwijl ik sta te dubben zie ik een Surinaamse vrouw de Kruitvat uitkomen. Met een boodschappen wagentje. Zo’n typisch karretje van een metalen frame een leren zak, en aan allebei de kanten 3 boven elkaar geplaatste wielen zodat je er ook nog de trap mee opkunt. Ze heeft zeker 5 megapakken toiletpapier en nog een paar tassen bij zich. Ze zet iedere keer de tassen neer en probeert zo alles in 1x mee te nemen. Moet u ver lopen mevrouw? Nee tot die halte, zegt ze met een Suri-accent. Zal ik u helpen? Is goed. Wat zal ik pakken, doe dat karretje maar. Ze loopt met alle pakken voor me uit. Schijnbaar vertrouwt ze me voldoende want ze kijkt niet of ik haar volg. Grappig vind ik het. Ik was al een halte tegen gekomen. Maar ze bedoelt een andere, en we lopen nog een stuk verder. Oeh zegt ze net op tijd, de tram komt er net aan. Ik sleur het wagentje de tram in, en zeg dat je soms iemand nodig hebt ze bedankt me, en de tram schiet voorbij.
Als ik terugloop bedenk ik dat ik wel een spekkie verdient heb. Dus loop de Ah in, bij de ingang staat een straatkrant verkoper. Als ik straks klaar ben is hij aan de beurt. Ik zoek de suikergoed afdeling en op de onderste schap tref ik ze, die gesuikerde spekkies. Een gruwel voor elke dieetist of verantwoorde groentehakselaar. Ik koop er nog een litertje Spa rood erbij om onderweg een beetje gehydrateerd te zijn. En de scholen zijn weer begonnen, waardoor de schoolartikelen 50% afgeprijsd zijn. Een mooi gevormde fineliner van Schneider kan ik niet laten liggen.
Van de 6 kassa’s zijn er maar 2 open, en de rij is enorm lang. Iedereen wacht en ik zie veel nationaliteiten. Geen bonuskaart, nee ook geen bonnetje. De bloemen zijn niet mooi genoeg voor mijn meisje dus laat ik ze gaan. Ik vind wel iets beters. Ik help de krantenverkoper wat zonder een krant aan te nemen. Die word toch niet gelezen.
Als ik buiten kom, rijd er een invalidenwagentje langs me. Het valt op de persoon een groot hoofd heeft. Als ik nog een keer kijk zie ik dat het een Siamese tweeling is. Met hun hoofden aan elkaar. De een kijkt vooruit de ander naar achter. Wow heftig, maar mooi dat ze zo toch mobiel zijn.
Iets verderop zie ik een bloemenwinkel. Kan ik u van dienst zijn, vraagt de 60+ eigenaar? Ja hoor ik zoek een bosje bloemen. Beetje veldboeket idee. Hij laat het een en ander zien. De kleine bosjes hebben wel mooie bloemen, maar de grote teveel vulling. Kun je 3 van die bosjes bundelen. Zeker zegt hij. En hij neemt ze mee achter zijn toonbank.
Wat voor wijk is dit nu eigenlijk? Ja het is een hele gemixte wijk, ik zit er nu 13 jaar. Er zaten eerst 3 bloemenwinkels en ik ben nu als enige overgebleven. De andere ondernemers dachten hun klanten op te kunnen voeden, jonge ondernemers maar het is ze niet gelukt. Ik ken de klappen van de zweep, het lukt me wel. Maar het moet ook een beetje je hobby zijn anders red je het niet.
Ik vertel hem dat ik de ijzerwaren winkel wilde bezoeken iets verderop. Die kent hij wel: Die is failliet zegt hij. Zijn zoon zou het overnemen. Maar hij had een andere baan gevonden en nu is het voorbij, over. Ik reken de bloemen af, doe er een fooitje bij en bied hem een spekkie aan. Dat is lang geleden zegt hij en zijn hand verdwijnt in m’n zak spekjes.
Voldaan loop ik de winkel uit een grote bos bloemen, een zak spek en later merk ik dat de Spa nog op de toonbank bij de bloemist is blijven staan. De zak spek is toch eigenlijk een beetje too much. Ik weet als hij mee de auto in gaat dat voor ik de afrit afga alleen de verpakking nog over is. Iets verderop zie ik jongentjes varierend in de leeftijd tussen de 6 en de 12 jaar met elkaar staan praten op een verhard voetbal veldje. Kinderen en snoep dat kan niet beter. Ze kijken vreemd op, een blanke man tussen deze donkere jongens. Wie wil er een spekkie? Ik, ik klinkt het meteen. Er komt een jongetje van rond de 11 of 12 jaar naar me toe. Hij komt vlak voor me staan en schreeuwt. Nee dat hoef ik niet, dat is haram, schreeuwt hij in m’n gezicht. Een kleine Afrikaanse krullenbol denkt hier heel anders over. Ik wil hem wel meneer. Hij neemt de hele zak in ontvangst,- eerlijk delen. De haram schreeuwer kan het niet helemaal hebben dat hij niets heeft en een ander wel. En schreeuwt niet opeten daar zit wat in, daar zit wat in.
Ik ben een beetje shocked, dan ben je zo jong en zo wantrouwend. Het is hier Amsterdam en geen dorp dat begrijp ik. Maar wow, al met al ik gooi de bloemen in de auto, start hem en groet handhaving die net hun klusje gaan doen. Op tijd en een ervaring rijker.